Direct naar artikelinhoud
Sport

Vierde titel voor FC Twente lonkt: niet het meeste geld, wel de meeste titels

De vrouwen van FC Twente kunnen dit weekend voor de vierde keer in vijf seizoenen het landskampioenschap winnen. Veel meer dan technisch manager René Roord had verwacht.

Wieke Kaptein van FC Twente kopt de bal in het duel tegen Ajax. Dit weekend kan Twente voor de vierde keer in vijf seizoenen landskampioen worden.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Eén ding weet René Roord zeker als de voetbalsters van Twente zondag kampioen worden: hij zal een dag later aanschuiven bij het sportprogramma van RTV Oost. ‘Verder weet ik het niet. Een huldiging? Ik verwacht niets, en van mij moet er ook niks.’

De technisch manager van de Twente Vrouwen heeft uiteraard meegekregen dat vorig jaar de gemoederen in Amsterdam hoog opliepen. Toen won Ajax de schaal, maar volgde er tot frustratie van de speelsters geen groots onthaal. Hoe leeft dat bij de recordkampioen in Enschede, wordt het in de hoofdstad van het Nederlandse vrouwenvoetbal niet tijd voor een huldiging?

‘Dat is aan de gemeente, ik ga daar geen stampij over maken’, zegt de man achter het succes van de Twente Vrouwen. Achter de schermen maakt hij zich heus hard voor zijn voetbalsters. ‘Maar ik zeg niet dat alles gelijk moet zijn aan de mannen. Ook niet binnen de club, dan zou ik op het verkeerde pad zitten.’

Over de auteur
Dirk Jacob Nieuwboer is sportverslaggever van de Volkskrant en schrijft over voetbal en handbal. 

Waardering

Roord en Twente doen het al jaren op hun manier. Niet met het meeste geld, ook niet met de grootste mond, maar wel met de meeste titels. Het negende landskampioenschap kan de club bijna niet meer ontgaan, als het niet zondag in Utrecht gebeurt dan heeft de koploper nog twee kansen om het af te maken. Van de laatste vijf titels heeft Twente er dan vier gewonnen.

‘Dat is veel meer dan ik had gedacht’, zegt Roord, die in 2016 bij Twente betrokken raakte toen zijn dochter Jill - nu uitkomend voor Oranje en Manchester City - nog in Twente speelde. ‘Het was natuurlijk de bedoeling van Ajax en PSV om ons al lang voorbij te zijn. Dat zou ook normaal zijn met hun financiële middelen, maar wij zijn op onze manier goed gebleven.’

Hij merkt weleens dat de waardering voor die prestatie wordt gemist. Dit jaar stond Twente het hele jaar aan kop, toch ging de meeste aandacht uit naar de grote rivaal uit Amsterdam. Waar de Tukkers zich stuk beten op het Zweedse Häcken, lukte het Ajax door te dringen tot de groepsfase van de Champions League en zelfs de kwartfinale te halen.

‘Daar ben ik gepast jaloers op’, zegt Roord (60). ‘Maar alleen omdat ik het zelf ook graag had gewild en niet omdat de aandacht dan naar Ajax gaat. Dat is terecht, want hun prestatie is heel knap, zeker met zoveel jongeren. Nee hoor, ik heb helemaal niets met dat calimerogevoel.’

Underdog

Toch gebruikt hij precies diezelfde term als hij het geheim van het succes probeert uit te leggen. Bij Twente draait het volgens hem om ‘noaberschap’, goed zorgen voor je naasten en je omgeving. Dat ‘aparte gevoel, die extra kracht’ voelt hij als hij op de tribune zit bij de mannen en dat heeft hij ook bij de vrouwen erin proberen te krijgen.

‘Dat is ook wij tegen de rest’, legt hij uit. ‘Die rol als underdog heb ik gebruikt, je kunt van het calimerogevoel ook een kracht maken.’ Dan kan het zelfs van pas komen dat de voetbalsters van Twente al jaren zwerven van het ene na het andere amateurcomplex, in afwachting van een eigen accommodatie.

‘Kijk maar om je heen’, zegt middenvelder Wieke Kaptein in het clubgebouw van Sparta Enschede. Het complex waar de Twente Vrouwen dit en volgend jaar spelen en trainen past bij een sfeervolle amateurclub, maar mist de topsportfaciliteiten die een topclub in het vrouwenvoetbal tegenwoordig nodig heeft. ‘Het is niet allemaal goed voor elkaar, maar ik denk dat dat ons ook juist sterker maakt. We zijn blij met wat we hebben, dat we gewoon elke dag lekker mogen voetballen, met elkaar dus.’

Eigen cultuur

Zo heeft Roord ‘een eigen cultuurtje’ gecreëerd, waarin het ultieme wordt nagestreefd, maar de druk zoveel mogelijk wordt weggenomen. Als nieuwkomers vragen of ze kampioen moeten worden, stelt de manager ze gerust. ‘Wij willen strijden om de hoogste plekken, maar niks niet. Zeker niet ieder jaar kampioen worden. Dat is onzin.’

Voetbalsters met vedetteneigingen zullen er niet snel inkomen bij hem, daar let hij bij het aantrekken van nieuwelingen op. Hoeveel doelpunten er ook tegenover staan, dat past niet bij Twente. En als speelsters buiten de boot vallen, probeert hij te zorgen dat ze goed terechtkomen.

‘Daar probeer ik een beetje romantisch in te blijven’, legt hij uit. Vanzelf gaat dat niet, want het vrouwenvoetbal wordt snel professioneler, harder, zakelijker. Van maatschappelijk project verandert het in een serieuze bedrijfstak. Roord merkt dat er veel meer aan speelsters wordt getrokken, dat hun eisen ook toenemen. Daarom is het noodzakelijk dat de voetbalsters van Twente over ruim een jaar eindelijk verhuizen naar een gloednieuwe accommodatie.

‘Anders houden we de concurrentiestrijd niet vol. Ook het buitenland roert zich. Vroeger was er alleen belangstelling voor de absolute toppers, nu begint het ook voor de categorie daaronder.’

Geregeld luidt de kritiek dat het te langzaam gaat, dat er in het buitenland meer wordt geïnvesteerd en dat Nederland de boot dreigt te missen. Dat is ook de boodschap van de initiatiefnemers van Hera United, die miljoenen willen steken in een voetbalclub voor alleen vrouwen met het olympisch stadion als thuisbasis.

Het is de vraag of de KNVB toestemming geeft, maar de bedragen die worden genoemd liegen er niet om. Twente werkt nu met een begroting van nog geen 2 miljoen euro per jaar, bij Hera zou dat het dubbele zijn. Het zijn budgetten waar de Europese topclubs nu mee werken en dat is ook de ambitie: binnen tien jaar wil de nieuwe club de Champions League winnen.

‘Dat is gigantisch’, zegt Roord. ‘Maar ze kunnen dan tien goede speelsters bij elkaar zetten, toch is dat geen garantie voor succes. Daarom kan ik ook niet zeggen wat het voor ons zou betekenen. Het zou een bijzondere situatie zijn, maar of wij niet meer mee kunnen draaien in de top? Nee, dat kan ik niet zeggen.’

Bescheidenheid

De afgelopen jaren heeft zijn club hem vaker verbaasd. De begroting is verdubbeld, de salarissen van speelsters zijn gestegen, de staf is flink uitgebreid. Toen hij begon was hij vrijwilliger, in 2020 kwam hij voor acht uur op de loonlijst. Daarnaast werkte hij op het assurantiekantoor van zijn familie, pas sinds vorig jaar is hij voltijds in dienst van Twente.

‘Ik had een paar jaar geleden niet gedacht dat wij nu zo’n hoge begroting zouden hebben’, zegt Roord. ‘Dus wie weet is het over een paar jaar wel weer verdubbeld.’

Ook hij ziet nog veel mogelijkheden om te groeien, om meer sponsoren te trekken. Meer publiek ook, zoals hij in Engeland ziet als hij naar wedstrijden van zijn dochter gaat. ‘Daar wordt er echt een uitje van gemaakt, voor het hele gezin. Dat zouden we hier ook meer moeten proberen.’

Het kan altijd meer, het kan altijd sneller, maar hij koestert vooral wat er al is gebeurd. De realiteit is dat vrouwenvoetbal (nog) geen geld oplevert, en toch heeft Twente er in een financieel zware tijd voor de club steeds meer geld in gestopt. Moet hij dan ook nog gaan hameren op een huldiging? Daar is hij niet het type voor en ook de speelsters van Twente zullen dat niet snel doen. ‘Het zou natuurlijk heel tof zijn’, zegt Kaptein. ‘Maar met vrienden en familie is het ook altijd gezellig.’

Met enige bescheidenheid is niks mis, vindt Roord. ‘FC Twente investeert in vrouwen, zo zie ik het. Ik kijk naar het geheel. Daarom ga ik ook niet roepen: ja, maar de mannen hebben dit, wij moeten dat ook. Wij zoeken geen gelijkheid, maar onze eigen waardige plek.’